De Lijn stuurde begin mei 2018 een brief naar de Brusselse Regering om de onveilige situatie in haar busstation aan het Noord aan te klagen. Vreemdelingen zonder verblijfsvergunning beschouwen het station als tijdelijke verblijfsplaats met onhoudbare overlast voor de reiziger en het personeel van De Lijn tot gevolg. Het voorstel van de Lijn om zelf te investeren in een nieuw busstation en deze te verschuiven naar het voorplein voor het Noordstation ligt al maanden stof te vergaren op de Brusselse regeringstafel. Minister Smet heeft deze week in het Brussels parlement bevestigd dat de regering hierin nog steeds geen beslissing heeft genomen.
“Het is onbegrijpelijk dat de Brusselse regering op de rem staat bij de renovatie van het busstation van De Lijn. Onze hoofdstad en alle reizigers hebben baat bij een veilig en comfortabel busstation aan het Noordstation. De onwil om de problemen aan te pakken is een hoofdstad onwaardig”, klagen Van Achter en Vanlouwe aan.
Bovendien is het duidelijk dat er geen vooruitgang werd geboekt in de zoektocht naar een locatie voor de bouw van een internationaal busstation. Minister Smet liet enkel weten dat de administratie nog steeds verscheidene locaties aan het onderzoeken is. “Ik blijf pleiten voor de bouw van een busstation voor het internationale busverkeer, waar de reizigers wel goed en veilig in onze hoofdstad kunnen aankomen. Ik verwacht dat de minister hier prioritair werk van maakt”, besluit Van Achter.