Een “usine à gaz” van 18 engagementen, elk met zijn stuurcomité, onderverdeeld in nog meer “operationele werven” en werkgroepen. Brussel toont eens te meer zijn voorkeur voor structuren, organen en praatgroepen. De ervaring leert dat het aantal structuren vaak omgekeerd evenredig is met het resultaat.
N-VA Brussel begrijpt dat de Vlaamse Regering dit document niet heeft kunnen ondertekenen. Cieltje Van Achter: “Wij betreuren dat de Brusselse Regering duidelijk niet geïnteresseerd was om tot een consensus te komen met Vlaanderen. De Brusselse beleidskeuzes uit de strategie staan soms lijnrecht tegenover de Vlaamse. Zo zet Brussel in op stages en jobs bij de overheid, terwijl Vlaanderen net een oefening doet om haar administratie af te slanken. Bovendien is uit het verleden gebleken dat overheidsjobs geen oplossing zijn voor het tewerkstellingsprobleem.”
Liesbet Dhaene: “Bepaalde beleidsdoelstellingen roepen alleen maar vragen op. Zo wil Brussel het taalonderricht versterken met de bedoeling “om tweetaligheid te ontwikkelen in minstens één van de landstalen”. Verstaan we het goed dat het niet meer nodig is de kennis van het Frans en het Nederlands te stimuleren? Maar wel bijvoorbeeld het Frans met als tweede taal het Engels, Spaans of het Arabisch? Brussel vindt ook dat het Vlaams onderwijsbeleid “in lijn moet gebracht worden met het beleid van het Gewest”. Alsof het probleem ligt bij het Nederlandstalig onderwijs. Wie kan het Vlaanderen kwalijk nemen dat het zulke doelstellingen niet wenst te onderschrijven? We vinden het eerder onbegrijpelijk dat de Vlaams-Brusselse partijen (Open VLD, sp.a, CD&V) dit onderschrijven.”
De strategie zet o.a. in op administratieve vereenvoudiging, doelgerichtere subsidies, een versterking van de handelskernen en een toekomstgericht beleid voor Onderzoek & Ontwikkeling. Johan Van den Driessche: “Niemand kan tegen deze doelstellingen zijn. Maar de echte vragen blijven: hoe doe je dat, tegen wanneer doe je dat en welke meetbare resultaten beoog je? Daarop komen geen afdoende antwoorden. De bedoelingen zitten soms goed maar uit dit plan is helemaal niet op te maken of deze regering iets wezenlijks zal kunnen bereiken dat dit gewest echt verder helpt.”
Cieltje Van Achter: “Wij vragen ons af hoe het nu verder moet. Een goede en oprechte samenwerking tussen Vlaanderen en Brussel is onontbeerlijk om een echte dynamiek teweeg te brengen. Dit doe je niet door eenzijdig een beleid op te dringen.”