Het was duidelijk dat de enige kritische noot op dit voorstel voor praktijktesten van de N-VA kwam. Niet omdat ik vind dat discriminatie niet bestreden moet worden, uiteraard wel. Allochtonen zijn ondervertegenwoordigd op de arbeidsmarkt. In Brussel is dit heel sterk het geval. De oorzaken hiervoor zijn evenwel heel divers en complex– denk maar aan die 60.000 werkzoekenden die in Brussel niet eens begeleid worden door Actiris. Maar wanneer er sprake is van discriminatie, dan moet dit uiteraard duidelijk bestreden worden.
De vraag blijft evenwel: hoe zullen we deze discriminatie bestrijden en hoe kunnen wij ervoor zorgen dat de werkzaamheidsgraad van allochtonen verbetert? Hier ben ik van mening dat praktijktesten opgelegd door de overheid via hun inspectiediensten niet het gewenste resultaat zullen teweegbrengen. Want wat heb je nodig? We moeten streven naar een mentaliteitswijziging bij de werkgevers en werknemers in de betrokken bedrijven en sectoren. Deze mentaliteitswijziging leg je niet op bij wet of ordonnantie of door het organiseren van een heksenjacht via inspectiediensten. Dit bereik je wel door aan de basis te werken, onder andere door diversiteitsplannen op te stellen binnen de bedrijven en door zelfregulering van bepaalde sectoren.
Niemand van de sprekers vertelde in zijn uiteenzetting wat de werkgevers vinden van dit voorstel. Groen zei zelfs dat de werkgevers toch van mening moeten zijn dat het niet de bedoeling is om een heksenjacht te organiseren. Dus vroeg ik aan de sprekers wat de sociale partners, de werknemers en de werkgevers zelf vinden van die praktijktesten? Het antwoord vanuit de administratie was duidelijk. De werkgevers zijn tegen. De werkgevers, de bedrijven die je nodig hebt om mee te werken aan de mentaliteitswijziging, zien de mystery calls niet zitten.
De Brusselse Economische en Sociale Raad heeft een advies uitgebracht met de standpunten van de werknemers en werkgevers. Hier een paar citaten:
“Dientengevolge verzet de representatieve werkgeversorganisatie van de social-profitsector zich tegen de invoering van praktijktesten en mistery calling. Ze betreurt het ten zeerste dat men een bestraffende aanpak hanteert, terwijl in het verleden niet alle stimulerende maatregelen ten volle werden aangewend.”
“In dat opzicht meent de representatieve werkgeversorganisatie van de social-profitsector dat dit mechanisme ondoeltreffend is in termen van benadering en gevaarlijk is voor wat de intimiderende boodschap betreft die naar de ondernemingen wordt verstuurd, wat nadelig zou zijn voor het Brusselse economische klimaat.”
“De representatieve werkgevers- en middenstandsorganisaties betreuren des te meer het gebruik van een middel dat niet tot de inschakeling van het doelpubliek zal leiden maar tot een negatieve en dwingende boodschap voor de ondernemingen, een boodschap die niet bijdraagt tot een afbraak van de stereotypes. Een werkrelatie moet in de eerste plaats een vertrouwensrelatie blijven die vrij tussen de partijen is gesloten.”
Dat is duidelijk. Maar hierover werd in het Brussels parlement, behalve door de N-VA, weinig gezegd… to be continued.