De aanleiding voor het N-VA-voorstel is het jaarlijkse taalrapport van de Brusselse vicegouverneur. Daaruit blijkt dat de lokale besturen en de OCMW’s de taalwetgeving alsmaar vaker overtreden. Steeds meer aanwervingen van gemeentepersoneel gebeuren in strijd met de bestuurstaalwetgeving.

Van Achter verwijt de meerderheid een gebrek aan ernst en beklemtoont dat het voorstel van N-VA geen radicale of onmogelijke eisen vooropstelt. “We vragen dat de taalwetgeving bij toekomstige aanwervingen opnieuw wordt nageleefd en dat de regering daarop toeziet. Daarnaast willen we dat de jaarlijkse rapporten van de vicegouverneur op de regeringstafel belanden en dat de regering een masterplan opstelt om de tweetaligheid van de Brusselse administraties te versterken. Vele Brusselaar zijn overtuigd dat de kennis van het Nederlands belangrijk is, alleen hebben de besturen dit blijkbaar nog niet door.”  

Van Achter begrijpt niet dat het versterken van het tweetalige karakter van Brussel geen prioriteit is voor de regering. “Wat doen de Vlaamse meerderheidspartijen eigenlijk nog voor de Nederlandstaligen in Brussel? Met Sven Gatz (Open Vld) hebben vandaag nochtans een minister van meertaligheid. Maar zelfs die legt de focus liever op het romantiseren van meertaligheid dan te garanderen dat zowel Vlamingen als Franstaligen in hun eigen taal geholpen worden. De voorbije 2 jaar hoor ik de Vlaamse meerderheidspartijen vaker pleiten voor het Engels als officiële derde taal dan dat ze een strijdpunt maken van de taalrechten van Nederlandstaligen. Met onze resolutie hoopten we daar verandering in te brengen. Helaas ontbrak het, zelfs bij Open Vld en Groen, aan de nodige steun.”