Op een vraag van N-VA parlementslid Cieltje Van Achter over de asbestproblematiek in Brussel, heeft bevoegd minister Alain Maron (Ecolo) moeten toegeven dat er geen sprake is van een omvattend asbestplan. Ook in het regeerakkoord is geen woord over deze problematiek terug te vinden. De hoognodige herziening van het Asbestbesluit van 2008 wordt uitgesteld tot 2027! Reeds sedert 2022 lopen er studies over risicobeheer en over financiële ondersteuning om de kosten voor asbestverwijdering te drukken. Tot op vandaag werd geen enkele van deze studies afgerond. “Er is deze legislatuur met andere woorden geen enkele vooruitgang geboekt in het asbestveilig maken van de stad, nochtans een belangrijk gezondheidsissue voor Brussel.”, meent Van Achter. 

 

In de 20ste eeuw werd asbest op grote schaal gebruikt bij het bouwen en het renoveren van panden, met name in ons land, dat door de Eternit-fabrieken zelfs de grootste producent van asbesttoepassingen in Europa was. Achteraf beschouwd is dit zeer problematisch, aangezien asbestvezels bij inademing zeer schadelijk zijn voor de gezondheid. In 2001 werd bijgevolg een algemeen verbod uitgevaardigd op het produceren, gebruiken en het op de markt brengen van alle asbesttoepassingen. Het moet dus niet verbazen dat deze sluipmoordenaar, zoals asbest vaak genoemd wordt, nog in veel Brusselse gebouwen rond sluimert en dus een ernstig risico vormt voor de gezondheid van de Brusselaar.

 

“Deze Brusselse regering heeft haar prioriteiten totaal fout. Terwijl er jaarlijks miljoenen gepompt worden in bijvoorbeeld gratis openbaar vervoer zou een financiële ondersteuning van de Brusselaar bij het verwijderen van asbest te duur zijn.”, aldus Van Achter. “Er moetprioritair worden ingezet op asbestverwijdering in gebouwen waar mensen wonen, verblijven of werken – meer bepaald in woningen, schoolgebouwen, overheidsgebouwen en ziekenhuizen – en dit door voldoende financiële ondersteuning te voorzien voor deze vaak kostelijke werken. Om afbestafbouw ten volle te faciliteren, moet ten slotte ook een ophaling-aan-huis worden voorzien zodat bijvoorbeeld golfplaten op een laagdrempelige en veilige manier kunnen weggevoerd en verwerkt worden.”, besluit Van Achter.