“Als Vervoort vooruitgang wil boeken voor de mobiliteit in Brussel dan moet hij het dringend anders aanpakken. Hij moet de vele studies openbaar maken, de werking van de administratie Brussel Mobiliteit verbeteren en werk maken van één gewestelijk mobiliteitsbeleid. Zonder deze basisvoorwaarden gaat het mobiliteitsbeleid blijven falen.”
- Transparantie: een beleid dat het daglicht niet mag zien kan geen goed beleid zijn. De Brusselse regering houdt al haar studies, bv. het fietspadenplan of het investeringsplan voor het openbaar vervoer, achter. De vele studies van de rotte tunnels die moesten hersteld worden, werden ook achtergehouden in het verleden, met nefaste gevolgen.
- Goedwerkende administratie: de hele tunnelsaga heeft aangetoond dat er een duidelijk probleem is met de werking van de administratie mobiliteit. Maar blijkbaar is dit niet belangrijk genoeg om op te nemen in de beleidsverklaring.
- Eén gewestelijk mobiliteitsbeleid: Brussel staat stil door gekibbel tussen 1 minister van mobiliteit en 19 schepenen van mobiliteit. Van inefficiëntie en verspilling gesproken.
Ook roept Van Achter minister-president Vervoort op om dringend een meer volwassen houding aan te nemen ten aanzien van Vlaanderen en Wallonië. Zo ‘vergeet’ Vervoort deze twee belangrijkste partners voor de Brusselse mobiliteit te vernoemen. “Niet alleen wil Vervoort blijkbaar chaos op de invalswegen voor Brussel, ook beschouwt hij blijkbaar Vlaanderen niet als een partner om de Brusselse verkeersknoop te ontwarren. Dat belooft voor de Ring rond Brussel”, besluit Van Achter.